Nachtblindheid

“Nachtblindheid zorgt ervoor dat het oog zich niet kan aanpassen wanneer er minder licht aanwezig is. Hierdoor ziet u in het donker zo goed als niets. In Westerse landen is nachtblindheid een kwestie van erfelijkheid. Er bestaat daarnaast ook een ander type van nachtblindheid, dat te wijten is aan een Vitamine-A-tekort”.

Zicht op de weg: links met nachtzicht, rechts nachtblind. (Bron: Wikipedia)

Foto’s boven zijn van Wikipedia, Nachtblindheid

“Deze vorm komt hier nauwelijks voor. Nachtblindheid kan zeer beangstigend zijn: Overdag heeft u nergens problemen mee, maar zodra de avond valt, verandert u in een visueel gehandicapte die alles op de tast moet zien klaar te spelen”.

“Geen wonder dat u dan nauwelijks uw auto in durft te stappen!”
“Nota bene: u mág niet eens rijden, want u neemt minder waar dan wettelijk verplicht is”.


Mobiliteit in het donker

Het kan ook zijn dat je nachtblindheid ervaart door je slechtziendheid en daardoor de straat mijdt, omdat het buiten schemert, kan dat best confronterend zijn. Hieronder bespreken we mogelijkheden en afwegingen.

Niet meer leven met de tijdklok in je hoofd

De herfst komt eraan en het wordt weer vroeger donker. Lastig als je door je slechtziendheid juist dan weinig ziet. Misschien voel je je minder zeker als je in het donker buiten loopt of blijf je liever helemaal binnen.

Welke mensen hebben problemen met de avondmobiliteit?

Problemen met de avondmobiliteit doen zich bij mensen met verschillende oogaandoeningen voor. Zoals bij aangeboren nachtblindheid (congenitale stationaire nachtblindheid. Let op: deze link opent in een nieuw venster) en retinitis pigmentosa. Let op: deze link opent in een nieuw venster, een erfelijke ziekte aan het netvlies waardoor het op een gegeven moment lijkt alsof je door een koker kijkt. Paulien: “Bij retinitis pigmentosa ervaar je vaak eerst visuele problemen in het donker, vóórdat je dat in het licht gaat doen.”

Ook bij bijvoorbeeld glaucoom. Let op: deze link opent in een nieuw venstermaculadegeneratie of NAH. Let op: deze link opent in een nieuw venster (niet-aangeboren hersenletsel) zijn vragen rondom avondmobiliteit te verwachten. “Als je bijvoorbeeld gezichtsvelduitval hebt door NAH, wordt het stukje overzicht dat je hebt met minder licht nog kleiner. Dit kan verplaatsen in het donker nog moeilijker maken.

Iedereen heeft licht nodig om te kunnen zien. Als het dan donker wordt, heeft iemand die slechtziend is daar vaak extra last van.

“Iemand die ’s avonds bijvoorbeeld naar de bridgeclub gaat, kan de gezichtsuitdrukking van de andere spelers niet meer zien”

Paulien Zuidervaart

Autorijden in het donker 7 tips:

Met de auto de weg op wanneer het licht is, is toch net even anders rijden, dan wanneer het donker is. Zeker wanneer de weersomstandigheden slecht zijn. Sommige mensen vinden het lastiger om te rijden zonder daglicht. Daarnaast kan iemand last hebben van nachtblindheid. We geven tips om met een gerust gevoel op pad te gaan tijdens de donkere perioden van de dag.

1 Nachtblindheid

Iedereen kan wat minder zien wanneer het donker is, maar er is een verschil tussen wat minder zicht en slecht zicht. Wanneer u niet alles goed kunt zien, kan het zijn dat u nachtblind bent. U herkent dit wanneer uw ogen moeite hebben om te wennen aan een plotselinge overgang van licht naar donker en wanneer u in het donker slecht ziet met beide ogen. En bij nachtblindheid ziet u niets of bijna niets in het donker, terwijl u bij voldoende licht wel goed ziet. Is dat het geval, ga dan naar de huisarts. 

2 Goed voorbereid op weg in het donker

Als u in het donker op pad moet, zorg er dan van tevoren voor dat de omstandigheden zo goed mogelijk zijn. Ga alleen in het donker op pad als u goed uitgerust bent. In het donker rijden kost meer concentratie en energie. Wanneer u vermoeid bent, is het zwaarder om te rijden in het donker. Zorg er daarnaast voor dat de ruiten van uw auto goed schoon zijn. Vuile ruiten verminderen het zicht en kunnen ook voor een vertekening van het zicht zorgen. Vergeet hierbij de binnenzijde van de ruiten niet. Kies zoveel mogelijk een route uit, die goed verlicht is. 

3 Controleer uw verlichting

Controleer ook of uw verlichting het goed doet, zodat u ook bij het ontbreken van goede verlichting voldoende ziet. Heeft u een oudere auto, controleer dan of uw koplampen niet dof zijn geworden. Vooral bij auto’s ouder dan 7 jaar neemt het risico daarop toe. 

4 Neem de tijd in het donker

De overgang van een verlichte ruimte naar de donkere auto is makkelijker wanneer u uw ogen even de tijd gunt om hieraan te wennen. Neem daarom een paar minuutjes de tijd om te wennen aan het donker voor u de motor start. Houd tijdens het rijden iets meer afstand van andere weggebruikers, dan dat u bij daglicht doet.

5 Niet te warm

Zorg voor een prettige temperatuur in de auto. Teveel warmte werkt versuffend en dat is niet goed voor de concentratie. En zorg voor frisse lucht in de auto. Dan blijft u goed scherp.

6 Probeer om niet in koplampen te kijken

Door het felle licht van tegemoetkomend verkeer, kunt u verblind raken. Vermijd daarom zoveel mogelijk om in de koplampen van de andere weghelft te kijken. Houd uw ogen zoveel mogelijk op uw eigen weghelft gericht. Wanneer u verblind raakt, kunt u namelijk secondenlang minder goed zien, en dat is heel gevaarlijk. Wanneer u in uw achteruitkijkspiegel kijkt, kunnen ook de koplampen van auto’s achter u  voor overlast zorgen. Zet de achteruitkijkspiegel zo mogelijk op de anti-verblindstand. 

7 Voorkom fel licht in de auto

Een mobiele telefoon kan u afleiden tijdens het rijden in een verder donkere omgeving. Zorg daarom dat u het niet kunt zien wanneer uw telefoon oplicht. Gebruikt u hem als navigatie, zet hem dan in nachtstand. Het scherm is dan minder fel.

(Bron: ANWB, AD, Autoweek, maxvandaag.nl)



Foto Bartiméus


Lees ook meer op de website’s van Bartiméus, en van Koninklijke Visio

Kijk hieronder ook de vragen bij Parkinson op Maat vraagbaak,


Parkinson op Maat vraagbaak


(Citaten uit het boek “Omgaan met Rijangst” en de website van Bartiméus)

(Bron: “Omgaan met Rijangst”; auteurs: Jan van den Berg, Cindy Boon en Laura van Bergen; uitgever: Bohn Stafleu van Loghum, Bartiméus)

 www.ipzo.com    

www.bsl.nl

%d bloggers liken dit: