Effecten van psychotherapie op de angstige hersenen


Odile van den Heuvel, psychiater, bespreekt in haar column de psychiatrische symptomen die kunnen komen kijken bij de ziekte van Parkinson

Het is belangrijk de wetenschappelijke literatuur bij te houden. De laatste jaren wordt er gelukkig ook steeds meer onderzoek gedaan naar de montale aspecten van parkinson(isme), waaronder psychiatrische symptomen. In elke column zal ik een artikel uitlichten en uitleggen wat de relevantie is voor u.


ParkinsonTV – Psyche & Parkinson

Angstklachten komen voor bij één op de drie mensen met de ziekte van Parkinson,

Angst gaat gepaard met slechter fysiek functioneren (bv. ernstigere motorische klachten) en slechtere kwaliteit van leven. Behandeling van angstklachten is daarom van groot belang. Volgens de multidisciplinaire richtlijn voor de ziekte van Parkinson, kan behandeling gebeuren met psychotherapie (cognitieve gedragstherapie) of medicatie (antidepressiva). Welke behandeling de voorkeur heeft hangt van veel verschillende factoren af en zal altijd besloten worden in overleg tussen de persoon die het treft en de behandelaar. Ook impulscontrolestoornissen bij de ziekte van Parkinson kunnen een rol gaan spelen. Prof. dr. Odile van den Heuvel, hoogleraar neuropsychiatrie aan het Amsterdam UMC, over impulscontrolestoornissen bij de ziekte van Parkinson. Gepresenteerd op de ParkinsonNEXT Wetenschaps- en Innovatiedag, 11 juni 2019,



“Onderzoekers uit Maastricht en Lille (Frankrijk) vergeleken de effectiviteit van cognitieve gedragstherapie (10 sessies van 60-75 minuten) met een controle- conditie (monitoren van klachten over de tijd middels vinger-aan-de-pols’ contact),

Vergeleken met de controle- conditie leidde psychotherapie tot een grotere afname van angst. In de hier besproken vervolgpublicatie gaat het om het effect van de psychotherapie op de functie van de hersenen”.


Voorafgaand aan de behandeling en direct volgend op de behandeling, deden de mensen mee aan een MRI meting waarbij de functie van de hersenen in beeld werd gebracht tijdens rust. Bij zo’n scan liggen mensen rustig in de scanner zonder daarbij een opdracht uit te voeren. In deze mijmerstand wordt gemeten hoe de verschillende hersengebieden met elkaar communiceren. Deze communicatie tussen hersennetwerken kan ons veel leren over processen die bijdragen aan ons denken, voelen en doen.

Zoals te zien in figuur 1 resulteerde de cognitieve gedragstherapie tot veranderde communicatie tussen hersennetwerken. Enerzijds nam de communicate tussen de thalamus en de oitohorte schors af. Anderzijds nam de communicatie tussen de keren in het striatum (bv. nucleus accumbens en nucleas caudatus) en de prefrontale en cingaire schors juist toe. Deze resultaten duiden op een herstel van een disbalans tussen de hersennetwerken die betrokken zijn bij angstregulatie en een versterking van de cognitieve controle.

Hoewel dit een klein onderzoek betrof (er deden maar 35 mensen met parkinson mee) en de resultaten zeker nog eens gerepliceerd moeten worden in een onafhankelijk onderzoek, vind ik het relevant deze te presenteren.
Immers: ziekten kunnen leiden tot veranderde functie van de hersenen, waardoor mensen kwetsbaar worden voor b.v. angst en somberheid. Maar door psychotherapie kan je de communicatie tussen hersengebieden toch ook weer verbeteren. Dat is een extra reden om voor deze klachten echt hulp te zoeken en er actief mee aan de slag te gaan.


De cognitieve gedragstherapie tot veranderde communicatie tussen hersennetwerken

Gebruikte publicatie:

Carey G, Lopes R, Moonen AH, Mulders AEP de Jong A, Kachcinski G, Defebvre L Kojf ML Dujardle K, Leentjens AFG Cognitive Behavional Thempy for Anxiety in Parkinson’s Disease Induces Functional Brain Changes. J Parkinsons Dis 2023;13(1):93-103 (do: 10.3233/PD- 223527)

(Bron: Parkinson Magazine nr 2 maart 2023 46e jaargang)


‘Kwaad denken is ofwel Jaloezie ofwel Ondankbaarheid’

Leonardo Da Vinci 

De uitspraak “Kwaad denken is ofwel jaloezie ofwel ondankbaarheid” lijkt een interessante observatie over de oorsprong van negatieve gedachten en emoties. Laten we de onderliggende betekenis hiervan onderzoeken.

1. Jaloezie

Jaloezie ontstaat vaak wanneer iemand iets heeft wat jij niet hebt, en je daar negatieve gevoelens bij krijgt. Kwaad denken vanuit jaloezie komt voort uit het vergelijken van jezelf met anderen en het verlangen naar wat een ander heeft. Dit kan leiden tot wrok of zelfs het misgunnen van iemands succes of geluk. Jaloezie is daarmee een krachtige bron van negatief denken.

2. Ondankbaarheid

Ondankbaarheid ontstaat wanneer je je niet bewust bent van of geen waardering hebt voor wat je zelf hebt. Kwaad denken vanuit ondankbaarheid kan komen door een gevoel van tekort, onrecht of een gebrek aan tevredenheid. Dit kan ertoe leiden dat je focust op wat ontbreekt in je leven in plaats van wat er al is, waardoor negativiteit de overhand krijgt.

3. De relatie tussen de twee

Beide emoties hebben gemeen dat ze voortkomen uit een gebrek aan tevredenheid met de huidige situatie. Jaloezie kijkt naar wat anderen hebben, terwijl ondankbaarheid kijkt naar wat men zelf niet heeft. Beide zijn geworteld in een focus op tekort in plaats van overvloed.

4. Nuancering

Hoewel jaloezie en ondankbaarheid vaak bronnen van negatief denken zijn, kunnen er ook andere oorzaken zijn, zoals angst, schuldgevoelens, of misverstanden. Kwaad denken kan bijvoorbeeld ook voortkomen uit pijn, trauma of onwetendheid. Dus hoewel deze uitspraak veel situaties dekt, is het niet volledig allesomvattend.

Conclusie

De uitspraak legt een sterke link tussen negatief denken en persoonlijke perceptie: hoe je je eigen situatie waardeert en hoe je jezelf vergelijkt met anderen. Het nodigt uit tot introspectie en benadrukt het belang van dankbaarheid en zelfacceptatie om negatief denken te overwinnen.